Het ontstaan, op het oppervlak van de verffilm, van kleine klontjes met dezelfde kleur als de verf.
V1: Is de druk van de fluidiseerlucht gedaald?
A1:
Een typische waarde is 0,03 MPa (typisch bereik: 0,02 tot 0,04 MPa), hoewel dit varieert afhankelijk van de leverancier en de configuratie van het luchtcircuit.
Het is bijvoorbeeld noodzakelijk om de drukinstelling te verhogen als het circuit een restrictor heeft.
Controleer bij de leverancier of de aanbevolen waarde wordt aangehouden.
V2: Is de deeltjesgrootteverdeling van de verf veranderd?
A2:
Controleer de verhouding tussen vers poeder en teruggewonnen poeder.
V3: Is de temperatuur of vochtigheid van de fluidiseerlucht of transportlucht hoger dan geschikt?
A3:
Inspecteer de luchtdroger en het oliefilter. Indien defect, repareer het/de apparaat/apparaten onmiddellijk.
V4: Is er verfophoping aan de punt van het spuitpistool?
A4:
Reinig de punt van het spuitpistool (met een luchtstraal).